FAQ categorie: Islam in de maatschappij

Moet een moslim een wetschool volgen?

Het is niet expliciet verplicht voor een moslim om één bepaalde wetschool te volgen. Echter wordt dit wel sterk aangeraden. Er zijn namelijk bepaalde disciplines nodig om interpretaties van heilige teksten te kunnen formuleren als het gaat om regelgeving. Voor het spirituele luik heeft de moslim daar meer vrijheid in en kan geloofsbeleving, in termen van een persoonlijke relatie met God, uniek zijn voor elk individu. Als het gaat om wetgeving en regels dient men wel een collectief overeengekomen kader te volgen. Binnen het islamitisch geloof is het aangeraden om mensen van kennis te raadplegen om zekerheid te hebben over de correctheid van uitvoering van de regelgeving. De taak ligt dan bij hen om tot dat normatief kader te komen. Omwille van deze reden zullen we zien dat de meeste moslims zich wel verbonden voelen met de ene of de andere wetschool. Er is geen voorkeur voor welke wetschool het juist is maar idealiter houdt men zich wel aan één wetschool tenzij een bepaalde regel niet mogelijk is en men kiest om uitzonderlijk voor één bepaald onderwerp de geldende regel van een andere wetschool te volgen.

Wat zijn de vier wetscholen en welke impact hebben ze op onze samenleving?

Een wetschool kunnen we begrijpen als een fractie die één bepaalde interpretatie van de bronteksten naar voren heeft geschoven en de regelgeving volgens die interpretatie vorm heeft gegeven. De vier wetscholen vertrekken vanuit het soennisme en worden niet als contradictorisch ervaren door moslims wereldwijd. Men gaat ervan uit dat elke interpretatie de waarheid nastreeft en tot deze vorm van islamitische wetgeving is gekomen omwille van de context waarbinnen deze interpretatie heeft plaatsgevonden. Omwille van deze reden zijn wetscholen gekenmerkt door een specifieke geografische achtergrond. Grote geleerden liggen aan de stichting van een wetschool en hebben vaak nog samengewerkt of zijn nog gedoceerd geweest door elkaar. De verschillen mogen dus niet als een fundamenteel verschil in geloof beschouwd worden maar eerder als een verschil in praktisering, in het dagelijks leven. Het al dan niet mogen eten van schaaldieren is één van de vele voorbeelden van een verschil tussen wetscholen. De 4 wetscholen zijn; de Maliki wetschool, teruggevonden in de maghrebijnse landen (Marokko, Tunesië,..), de Hanafi wetschool (Turkije) , De Schafi’e wetschool, vertrokken vanuit Afrika (bv: Soedan) en de Hanbali wetschool, die zich vooral situeert in het Midden-Oosten (bv: Saudië- Arabië). Deze geografische factor zorgt ervoor dat alle vier de wetscholen in België vertegenwoordigd zijn en dat de volgers van een bepaalde wetschool ook vaak, niet altijd, gekenmerkt zijn door een specifieke afkomst.

Waarom zijn er verschillende strekkingen en stromingen?

Vanaf het moment van overlijden van de profeet Mohamed in 632 zijn er meningsverschillen ontstaan. Deze meningsverschillen waren in de eerste plaats gebaseerd op de vraag wie de profeet zou opvolgen in zijn leiderschap. Met andere woorden kunnen we stellen dat de eerste verschillen en conflicten politiek van aard waren en niet religieus. De boodschap was immers nog heel recent en de verkondiging van de profeet was nog intact en duidelijk. Naarmate de tijd verstreek kregen deze politieke verschillen ook een religieuze dimensie en begon men zich meer en meer op te splitsen in verschillende groepen. Het grootste schisma in de islamitische traditie is die tussen de soennieten en sjiieten. Sjiieten geloofden dat de opvolging van de profeet zou moeten opgenomen worden door een bloedverwant van de profeet, namelijk Ali, zijn schoonzoon én neef. Sjiieten zijn er sterk van overtuigd dat het religieus leiderschap ten allen tijde binnen een bloedlijn zou moeten doorgegeven worden. Hoewel Ali op een later tijdstip wel ‘Kalief’( opvolger) is geworden, was hij niet de eerste om deze rol op te nemen. De eerste opvolger van profeet Mohamed was Abu Bakr, zijn metgezel en beste vriend. Vandaag is ongeveer 90% van de moslimbevolking wereldwijd soenniet en de andere 10% sjiet. Vanuit beiden groepen zijn er later opnieuw nieuwe stromingen ontstaan. Hoewel er binnen het sjiisme ook verschillende strekkingen bestaan, kunnen we de meeste stromingen die vandaag in Europa terug te vinden zijn situeren binnen het soennisme. Enkele namen van islamitische groeperingen zijn; alevieten, salafisten, wahabisten, etc…

Geloven alle moslims hetzelfde?

Om jezelf moslim te kunnen noemen dien je te geloven in Allah, de éne God en in de laatste profeet Mohamed, vrede zij met hem. Dit principe ligt aan de basis van het islamitisch geloof en kan beschouwd worden als een absolute voorwaarde voor elke moslim. Echter is het wel zo, hoewel alle moslims het voorgaande geloven, dat de moslimgemeenschap niet mag gezien worden als een volledig homogene groep. Ook binnen deze groep zijn er verschillen. Deze verschillen hangen samen met uiteenlopende interpretaties van de bronteksten, gecontextualiseerd in de tijd en plaats waarin ze tot stand gekomen zijn. Deze verschillen hebben vaak te maken met jurisprudentiële zaken en lichte verschillen in spirituele factoren en kunnen niet haaks komen te liggen op de zes geloofsfundamenten welke de volgende zijn; het geloof in Allah en de laatste profeet, in de engelen, in de heilige boeken, in de profeten, het geloof in de laatste dag en in lotsbeschikking.

Hoe is de islam in Europa gekomen?

De komst van de islam in België kunnen we situeren in de periode vlak na WOII. In het jaar 1946 werd er voor het eerst een overeenkomst gesloten om buitenlandse werkkrachten binnen te halen en in te zetten voor de heropbouw van Europa. In eerste instantie waren deze gastarbeiders afkomstig uit Italië. Enige tijd later werd deze oproep naar arbeidskrachten uitgebreid naar Marokko en Turkije. Het gastarbeidersprogramma hield in dat arbeiders vanuit Marokko en Turkije zouden komen werken en vervolgens zouden terugkeren naar eigen land. In dit programma werd ook onderwijs voorzien in de eigen taal, zodat de kinderen van de gastarbeiders ‘voorlopig’ geschoold zouden kunnen worden, in afwachting van een terugkeer. In de praktijk bleek dit niet zo gemakkelijk te zijn. Arbeiders vestigden zich hier, werkten en stichtten gezinnen. Kenmerkend aan deze arbeiders van Marokko en Turkije, in tegenstelling tot arbeiders uit Italië, was dat zij het islamitische geloof aanhingen. Het islamitische geloof kan niet gezien worden als een religie waarin enkel 1 strakke visie wordt aangehouden maar eerder als een geloofsgemeenschap waarbinnen veel diversiteit te vinden is. Gastarbeiders kwamen, weliswaar met een gedeelde geloofsovertuiging, vanuit verschillende streken en zorgden ervoor dat er een vorm van